Oldeberkoop, Bonifatiuskerk
|
| Kerk |
|
Aan het kerkgebouw zijn verschillende bouwfasen af te lezen. Het oudste en belangrijkste
deel is het uit tufsteen opgetrokken schip in rijp-romaanse stijl uit het eerste deel van
de 12e eeuw. De tufstenen muren zijn diverse malen bijgeholpen in baksteen. Het oude
romaanse koor werd rond 1300 vervangen door een kerkuitbreiding in baksteen en in gotische
stijl. Na 1500 kreeg de koorzijde haar deļ¬nitieve afwerking terwijl ook in de 16e eeuw de
tyfstenen muren opnieuw zijn bijgeholpen. Het schip heeft zes spaarvelden, van elkaar gescheiden
door lisenen en aan de bovenzijde afgesloten door friezen van beurtelings twee of drie rondboogjes.
In 1585 stortte de toren in en werd rond 1608 herbouwd. Later in 1845 zijn krk en toren gerestaureerd.
Mogelijk kregen kerk en toren toen de bepleistering, die bij de grote restauratie van 1926-1932 weer
werd verwijderd. De binnenmuren waren vanaf dat moment weer van 'schoon metselwerk'.
Bij de restauratie van 1926-1932 gingen een aantal oude onderdelen verloren zoals het doophek en vrouwen- en herenbanken. In de kerk staan nog een 17e eeuwse overhuifde familiebank en een preekstoel uit dezelfde periode. Het doopvont is veel ouder en stamt deels nog uit de 14e eeuw. Er hangen twee kroonluchters uit de 17e eeuw. Ook zijn er een aantal grazerken uit die zelfde periode, en een grafkelder van de familie Van Terwisga. In 1963 vond een restauratie van toren en interieur plaats. De inrichting van de kerk werd toen gewijzigd en de dwarsopstelling van het meubilair werd gewijzigd in een lengte-opstelling. De kerk staat op de Rijksmonumentenlijst. |
| Orgel |
| 1858 |
| Johan Christoff Scheuer & Zn. uit Zwolle plaatst een orgel. Het betreft hier twee zonen van Egbert Scheuer, die zelf in 1854 was overleden. Op 3 oktober wordt het orgel in gebruik genomen. |
| 1913 |
| Het orgel wordt afgebroken, alleen de kas en de frontpijpen blijven staan. Het orgel wordt vervangen door een Fiedler-harmonium van de Fa. v/h D. Ansingh & Co. uit Zwolle. |
| 1919 |
| Fa. P. van Dam uit Leeuwarden bouwt een nieuw orgel in de bestaande Scheuer-kas. Bij de bouw wordt gebruik gemaakt van oud pijpwerk van Albertus van Gruisen uit 1787, afkomstig van het in 1871 gesloopte orgel uit de Hervormde Kerk te Warga. Dat pijpwerk is in 1872 nog geplaatst in de Gereformeerde kerk in Dokkum. Daar werd in 1918 het orgel uitgebreid door Van Dam waarbij ook een deel van het Van Gruisen-pijpwerk wordt vervangen. Dit pijpwerk is dus uiteindelijk door Van Dam gebruikt in het orgel in Oldeberkoop. Daarnaast worden de nog aanwezige frontpijpen van Scheuer opnieuw aangesloten. |
| 1975 |
| H. Dantuma uit Ter Idzard voegt een Octaaf 2' toe op een gereserveerde sleep. |
| 1987-1988 |
| Restauratie door de Fa. Mense Ruiter uit Zuidwolde, met als uitgangspunt het klankbeeld van Van Gruisen. Herstel van de windlade, de klavieren en de mechanieken. De dispositie is gewijzigd waarbij de discant van de Prestant 8', een deel van de Quint en de Octaaf 2' nieuw worden gemaakt. Op 29 mei 1988 is het orgel opnieuw in gebruik genomen met een bespeling door Jan Jongepier, die tevens adviseur is tijdens de restauratie. |
| Dispositie |
| Manuaal, C - g''' | Pedaal, C - g | ||||||
|
Bourdon ● Prestant ● ● Holpijp ● Octaaf ● Fluit ● Quint ● ● Octaaf ● |
16' 8' 8' 4' 4' 3' 2' |
Aangehangen Toonhoogte: a' = 459 Hz Temperatuur: evenredig zwevend Winddruk: 56,7 mm ● = 1787 ● = 1858 ● = 1988 |
|||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 8 minuten |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 1996 |
| 2 versen uit Koraal 'Von Gott will ich nicht lassen' Johann Gottfried Walther (1684-1748) |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 2 minuten en 57 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 1996 |